Woordenlijst
Frans – Werkwoorden oefenen

trekken
Hij trekt de slee.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.

vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

voeden
De kinderen voeden het paard.

verwachten
Mijn zus verwacht een kind.

beschermen
De moeder beschermt haar kind.

melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

missen
Hij mist zijn vriendin erg.
