Woordenlijst
Frans – Werkwoorden oefenen

slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

drukken
Hij drukt op de knop.

bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

bidden
Hij bidt in stilte.

langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.

slapen
De baby slaapt.

beginnen
De soldaten beginnen.
