Woordenlijst

Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/86064675.webp
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/110347738.webp
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/116877927.webp
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/102853224.webp
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/18316732.webp
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/62788402.webp
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/123380041.webp
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?