Woordenlijst
Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.

overnachten
We overnachten in de auto.

instellen
Je moet de klok instellen.

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.

bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.

beginnen
De soldaten beginnen.

vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.

sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.

toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
