Woordenlijst
Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

vechten
De atleten vechten tegen elkaar.

slaan
Ze slaat de bal over het net.

nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

verspillen
Energie mag niet verspild worden.

geloven
Veel mensen geloven in God.

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
