Woordenlijst
Hongaars – Werkwoorden oefenen

verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!

bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.

achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

mengen
De schilder mengt de kleuren.

wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.

beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
