Woordenlijst
Hongaars – Werkwoorden oefenen

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.

terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!

nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!

ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.

samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
