Woordenlijst
Indonesisch – Werkwoorden oefenen

sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.

ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

kletsen
Ze kletsen met elkaar.

voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.

naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.

ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
