Woordenlijst
Indonesisch – Werkwoorden oefenen

aansteken
Hij stak een lucifer aan.

ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

mengen
De schilder mengt de kleuren.

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.

ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

begeleiden
De hond begeleidt hen.

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
