Woordenlijst
Italiaans – Werkwoorden oefenen

bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

genieten
Ze geniet van het leven.

negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.

drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.

houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.

inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
