Woordenlijst
Italiaans – Werkwoorden oefenen

aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.

serveren
De ober serveert het eten.

bedekken
Het kind bedekt zijn oren.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.

uitsluiten
De groep sluit hem uit.
