Woordenlijst
Italiaans – Werkwoorden oefenen

verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.

delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

wakker worden
Hij is net wakker geworden.

serveren
De ober serveert het eten.

aankomen
Hij kwam net op tijd aan.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

bevelen
Hij beveelt zijn hond.
