Woordenlijst
Japans – Werkwoorden oefenen

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

duwen
Ze duwen de man het water in.

eten
Wat willen we vandaag eten?

vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

hangen
Ze hangen beide aan een tak.

genieten
Ze geniet van het leven.

activeren
De rook activeerde het alarm.

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
