Woordenlijst
Georgisch – Werkwoorden oefenen

schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!

produceren
We produceren onze eigen honing.

schrijven naar
Hij schreef me vorige week.

vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.

draaien
Je mag naar links draaien.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
