Woordenlijst
Kazachs – Werkwoorden oefenen

naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.

uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.

overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.

bidden
Hij bidt in stilte.

leiden
Hij leidt graag een team.

voeden
De kinderen voeden het paard.

stoppen
De vrouw stopt een auto.

veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.

horen
Ik kan je niet horen!

produceren
We produceren onze eigen honing.

langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
