Woordenlijst
Kazachs – Werkwoorden oefenen

uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.

volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.

weggeven
Ze geeft haar hart weg.

kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

wassen
De moeder wast haar kind.

ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.

moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
