Woordenlijst
Kazachs – Werkwoorden oefenen

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.

melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
