Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

durven
Ik durf niet in het water te springen.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.

kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.

kopen
Ze willen een huis kopen.

bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
