Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen

verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!

naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.

durven
Ik durf niet in het water te springen.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

missen
Hij mist zijn vriendin erg.

toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
