Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen

trainen
De hond wordt door haar getraind.

overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.

beschermen
De moeder beschermt haar kind.

geloven
Veel mensen geloven in God.

wakker worden
Hij is net wakker geworden.

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

annuleren
De vlucht is geannuleerd.
