Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.

verspillen
Energie mag niet verspild worden.

verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

consumeren
Ze consumeert een stukje taart.

leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

denken
Wie denk je dat sterker is?

opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
