Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen

bang zijn
Het kind is bang in het donker.

evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.

inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

binnenkomen
Kom binnen!

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.

zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
