Woordenlijst
Koreaans – Werkwoorden oefenen

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.

schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.

ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.

boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
