Woordenlijst

Koreaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/115520617.webp
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/28993525.webp
meekomen
Kom nu mee!
cms/verbs-webp/99169546.webp
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/78063066.webp
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/123648488.webp
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/45022787.webp
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/67035590.webp
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/89084239.webp
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.