Woordenlijst
Koerdisch (Kurmanji) – Werkwoorden oefenen

doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

bereiden
Ze bereidt een taart.

met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

ondertekenen
Hij ondertekende het contract.

meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.

dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
