Woordenlijst
Koerdisch (Kurmanji) – Werkwoorden oefenen

willen
Hij wil te veel!

missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.

teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.

overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

drinken
Ze drinkt thee.

bedekken
De waterlelies bedekken het water.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.

trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
