Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

dansen
Ze dansen verliefd een tango.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

vertellen
Ze vertelde me een geheim.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

slapen
De baby slaapt.

begeleiden
De hond begeleidt hen.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
