Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

eten
De kippen eten de granen.

openen
Het kind opent zijn cadeau.

beginnen
School begint net voor de kinderen.

dienen
Honden dienen graag hun baasjes.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.

achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

knippen
De kapper knipt haar haar.

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
