Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

veranderen
Het licht veranderde in groen.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.

noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

versturen
Ze wil de brief nu versturen.

drukken
Hij drukt op de knop.

geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

openen
Het kind opent zijn cadeau.

luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
