Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

zingen
De kinderen zingen een lied.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

bereiden
Ze bereidt een taart.

voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.

uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
