Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

binnenkomen
Kom binnen!

branden
Het vlees mag niet branden op de grill.

drukken
Hij drukt op de knop.

meerijden
Mag ik met je meerijden?

verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.

leiden
Hij leidt graag een team.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

bellen
Het meisje belt haar vriendin.
