Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

terugkomen
De boemerang kwam terug.

verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.

openen
Het kind opent zijn cadeau.

toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.

draaien
Ze draait het vlees.

zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

beschermen
De moeder beschermt haar kind.

oefenen
De vrouw beoefent yoga.

voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
