Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

wachten
We moeten nog een maand wachten.

overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

sterven
Veel mensen sterven in films.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

eten
Wat willen we vandaag eten?

bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.

dragen
De ezel draagt een zware last.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.

initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
