Woordenlijst
Lets – Werkwoorden oefenen

overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.

ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.

pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

wandelen
Hij wandelt graag in het bos.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

verspillen
Energie mag niet verspild worden.

houden
Je mag het geld houden.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
