Woordenlijst
Macedonisch – Werkwoorden oefenen

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!

verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

klinken
Haar stem klinkt fantastisch.

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

smaken
Dit smaakt echt goed!

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

springen
Hij sprong in het water.
