Woordenlijst
Marathi – Werkwoorden oefenen

terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.

overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.

repareren
Hij wilde de kabel repareren.

rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
