Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

belonen
Hij werd beloond met een medaille.

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

draaien
Ze draait het vlees.

oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
