Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.

huilen
Het kind huilt in het bad.

controleren
De tandarts controleert de tanden.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

luisteren
Hij luistert naar haar.

schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

staan
De bergbeklimmer staat op de top.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
