Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!

bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.

samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
