Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.

rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

beperken
Moet handel worden beperkt?

belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

vertellen
Ze vertelde me een geheim.

hangen
IJsspegels hangen van het dak.

vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
