Woordenlijst
Noors – Werkwoorden oefenen

opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

genieten
Ze geniet van het leven.

parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.

bespreken
Ze bespreken hun plannen.

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.

vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
