Woordenlijst
Punjabi – Werkwoorden oefenen

werken
Ze werkt beter dan een man.

besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

binnenkomen
Kom binnen!

vertellen
Ze vertelde me een geheim.

doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
