Woordenlijst
Punjabi – Werkwoorden oefenen

huilen
Het kind huilt in het bad.

vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.

genieten
Ze geniet van het leven.

uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.

wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.

besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.

tellen
Ze telt de munten.

rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
