Woordenlijst
Punjabi – Werkwoorden oefenen

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!

branden
Het vlees mag niet branden op de grill.

voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

reizen
We reizen graag door Europa.

hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.

evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

raden
Je moet raden wie ik ben!
