Woordenlijst
Punjabi – Werkwoorden oefenen

aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

stoppen
De vrouw stopt een auto.

verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.

straffen
Ze strafte haar dochter.

bang zijn
Het kind is bang in het donker.

stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!

controleren
Hij controleert wie daar woont.

gooien
Hij gooit de bal in de mand.

achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
