Woordenlijst
Punjabi – Werkwoorden oefenen

trouwen
Het stel is net getrouwd.

leiden
Hij leidt graag een team.

overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

vertrekken
De trein vertrekt.

hangen
Ze hangen beide aan een tak.

voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

klinken
Haar stem klinkt fantastisch.

weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

betalen
Ze betaalde met een creditcard.
