Woordenlijst
Pools – Werkwoorden oefenen

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

openen
Kun je dit blikje voor me openen?

meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.

spellen
De kinderen leren spellen.

naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.

leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
