Woordenlijst
Pools – Werkwoorden oefenen

verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

beschermen
De moeder beschermt haar kind.

vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

leiden
Hij leidt graag een team.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
