Woordenlijst
Pools – Werkwoorden oefenen

samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?

leiden
Hij leidt graag een team.

branden
Het vlees mag niet branden op de grill.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.

aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
