Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

stoppen
De agente stopt de auto.

duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.

sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

huilen
Het kind huilt in het bad.

vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.

missen
Hij miste de kans op een doelpunt.

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

sterven
Veel mensen sterven in films.
